Skip Navigation

Selecteer taal

Lambdasonde controleren en vervangen

Een lambdasonde, of zuurstofsensor, is een vitaal element in het emissiesysteem van uw auto, die ervoor zorgt dat het brandstofmengsel de juiste hoeveelheid zuurstof bevat voor een efficiënte en milieuvriendelijke verbranding. In deze blogpost wordt kort bekeken wat een lambdasonde is, hoe hij werkt, wanneer u hem moet controleren en hoe u hem vervangt.

Wat is een lambdasensor?

De lambdasonde bevindt zich in het uitlaatspruitstuk in de nabijheid van de motor, terwijl auto's met EOBD II (Europese voertuigen na 2001) ook een tweede sensor achter elke katalysator hebben, met als doel de prestaties van de katalysator te meten. De sensor meet het percentage onverbrande zuurstof om na te gaan of er te veel (het mengsel is te arm) of te weinig (het mengsel is te rijk) is. De resultaten worden naar de elektronische motorregeleenheid (ECU) gestuurd, zodat de hoeveelheid brandstof die de motor binnenkomt, kan worden aangepast voor een optimaal mengsel. Dit verandert voortdurend en is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de motorbelasting (bijv. hellingen), acceleratie, motortemperatuur en opwarmtijd.

Er zijn drie soorten lambdasondes verkrijgbaar, de oudste en meest voorkomende zijn de zirkoniumoxide-lambdasondes. Dit type is er in verschillende configuraties (één, twee, drie of vier draden), afhankelijk van de vraag of de sonde voorverwarmd is of niet. Het tweede type is de titaanoxide-sonde, ook verkrijgbaar in vier verschillende types (zie de foto). Dit type is eenvoudig te herkennen omdat de diameter van de draad kleiner is dan bij zirkoniumoxide-sondes (tip: deze sondes hebben gele en rode draden). Het derde type is de zogenaamde breedband-lambdasonde, ook wel "de 5-draads sensor" genoemd, de nieuwste en nauwkeurigste. De breedband-lambdasonde is de meest voorkomende in de nieuwe auto's die zijn uitgerust met twee lambdasondes per katalysator.

 

Hoe werkt een lambdasonde?

De lambdasonde wordt gebruikt om het brandstofmengsel te regelen, waarbij de ECU reageert op metingen van de sonde om de benodigde hoeveelheid brandstof te bepalen. Dit betekent dat het brandstofmengsel voortdurend zal schommelen tussen rijk en mager, waardoor de katalysator op piekefficiëntie kan werken, terwijl het totale mengsel wordt aangepast om de emissies tot een minimum te beperken.

Als de ECU geen metingen van de sonde ontvangt, bijvoorbeeld wanneer de motor nog maar net gestart is of de sonde niet werkt, gebruikt de ECU een vast, rijk brandstofmengsel, waardoor het brandstofverbruik en de emissies toenemen. Als de lambdasonde of de draden beschadigd of versleten zijn, zal de auto voortdurend met een rijk mengsel rondrijden, waardoor het brandstofverbruik toeneemt en andere componenten van het emissieregelsysteem, zoals de katalysator, in gevaar komen.

Wanneer moet u de lambdasonde controleren?

Een doorsnee lambdasonde heeft een lange levensduur, maar kan toch nog wel eens stuk gaan. Als u een van de volgende symptomen opmerkt, is het misschien een goed idee om de lambdasonde te controleren:

  • Onregelmatig gas geven bij stationair draaien
  • Storende geluiden uit de motor
  • Hoog brandstofverbruik en slechte prestaties
  • Emissietest mislukt
  • Zwarte rook en roetafzetting rond de uitlaatpijp
  • Lambdasondes kunnen het om verschillenden redenen begeven, waaronder:
  • Gebruik van siliconenkit op de uitlaataansluitingen van de voorafgaande lambdasondes.
  • Vervuilde brandstof of loodhoudende additieven
  • Een motor die olie begint te verbranden en daarbij roetafzettingen op de sonde achterlaat
  • Externe vervuiling, zoals strooizout, materiaal van de chassiscoating of chemische stoffen
  • De sensor heeft het einde van zijn levensduur bereikt

Zirkoniumoxide-lambdasonde controleren

Om de lambdasonde te controleren, controleert u de spanning aan de signaaldraad (doorgaans zwarte kleur). Gewoonlijk dient de meetwaarde, als de motor warm is en bij normaal bedrijf, bij 2000 tpm circa tweemaal per seconde te schommelen tussen 0,1 en 0,9 volt.

Als de lambdasonde verwarmd is (drie of vier draden), neem dan de verwarmer en meet de weerstand met een Ohmmeter. De verwarmer bestaat uit twee draden van dezelfde kleur, meestal wit of zwart. Het is verstandig om altijd het aansluitschema van de auto te raadplegen en de meting uit te voeren bij de normale bedrijfstemperatuur van de motor.

Titaan-lambdasonde controleren (gemakkelijk te herkennen omdat de draaddiameter kleiner is dan die van de zirkoniumoxide-sonde en altijd een gele en een rode draad heeft).

De gemeten spanning aan de signaaldraad is vergelijkbaar met de spanning van een lambdasonde van zirkonium. Een lage spanningswaarde komt overeen met een arm mengsel, terwijl een hoge spanning (ongeveer 1 volt) overeenkomt met een rijk mengsel. In sommige ECU's is het andersom, afhankelijk van hun interne verbinding

Diagnose van een breedband-lambdasonde:

Voor de diagnose van de breedband-lambdasondes is het gebruik van een scanner of oscilloscoop nodig.

Lambdasonde verwijderen en vervangen

Gebruik een speciale dopsleutel om het verwijderen van de lambdasonde te vergemakkelijken. Raadpleeg voor de juiste toepassing de catalogus, soortgelijke toepassingen kunnen een andere reactietijd hebben, die niet vergelijkbaar is. Breng vet aan rond de schroefdraad van de nieuwe sonde om het gemakkelijker te maken de sonde nu te plaatsen en later weer te verwijderen. De sonde kan met de hand worden vastgedraaid en met de speciale dopsleutel worden aangedraaid tot het in de servicehandleiding van het voertuig vermelde koppel.

Bekijk meer met Garage Goeroes

Ga een stapje dichterbij en zie hoe de expert van Garage Goeroes je precies laat zien hoe je een lambdasonde moet controleren, verwijderen en vervangen.

 

 

Alleen voor informatieve doeleinden. Wij zijn niet aansprakelijk voor enige schade die voorvloeit van het gebruik of vertrouwen op deze inhoud.

laden...